Spiritualiteit. Het ware ja tegen het leven. Jeanette Peters
Het begrip spiritualiteit werd eeuwenlang opgeëist door het christendom. Binnen de muren van kerk en klooster was de ziel veilig, maar daarbuiten loerde de duivel. Gelukkig was verlossing mogelijk. Wanneer de gelovige maar niet op eigen houtje ging handelen of denken, want dan liep het zeker verkeerd af. Nee, via regels, dogma’s en leerstellingen werd de latere beloning veilig gesteld. In de vorige eeuw, met name sinds de zestiger jaren, begon de invloed van de kerk af te brokkelen. Spiritualiteit raakte uit en God werd dood verklaard. Maar zie, midden in onze technische en rationele tijd groeit een nieuwe behoefte aan spiritualiteit. Zelfs de commercie heeft het ontdekt.
Waar hebben we het over bij het woord spiritualiteit? Over God? Een goeroe? Meditatie? Chakra’s? Het gaat in elk geval om het besef dat we als mensheid meer zijn dan een willekeurige groep individuen. Het besef dat we deel uitmaken van een groter geheel. Van onbewust naar bewust leven. Dat doe je waarschijnlijk al. Vaak vanuit je ego, je persoonlijkheid, je eigen aardse sturingsmechanisme, dat zo graag de touwtjes in handen neemt op je levensreis. Hoewel daar niets mis mee hoeft te zijn, heeft dat met spiritualiteit nog niet zo veel te maken. Het ego leeft vooral van impulsen (ik wil nú patates frites), stemmingen (altijd moet ik op jou wachten), eisen (jij moet mij gelukkig maken) en verlangens (ik heb al zó lang naar Peru willen gaan). Het ego drijft ons bijna altijd in de richting van ‘ikke’ en vindt vaak werkelijk dat ‘de rest kan stikken’. Het blaast zich maar al te graag op tot het absolute centrum van de wereld. Helaas. Andere ego’s doen dat ook en zo zijn we weer getuige, of zelfs medespeler, van een ruzie aan de kassa tot aan oorlog toe. Hoe spiritueel we ook willen zijn, we ontsnappen niet aan dat ego-spel.
Spiritualiteit heeft te maken met het besef dat iedereen, naast een ego, beschikt over een Hoger Zelf. Dat Hoger Zelf erkent dat ik een aarde-wezen ben en dat dat ook juist en goed is. Tegelijkertijd maak ik deel uit van grotere, kosmische energieën die het aardse overstijgen. Wanneer ik dat werkelijk ga voelen, zullen de eisen van het ego minder voldoening gaan geven. Dan ga ik op zoek naar mogelijkheden om met dat andere deel van me in contact te komen. Dan kan spiritualiteit een plaats in mijn leven gaan innemen en raak ik meer gericht op geestelijke groei.
Het christendom deed het lichaam af als tweederangs, als een daadwerkelijke gevangenis voor de ziel. Pas na de dood, als de ziel zich bevrijdde, zou het spirituele deel beginnen. Spiritualiteit is echter niet iets dat los staat van het aardse leven. Het lichaam is juist een geweldig instrument om die goddelijke kern, ziel, Hoger Zelf, godsvonk of hoe je het verder noemen wilt, gestalte te geven. Naar buiten te brengen.
Uiteindelijk blijkt de ontdekkingstocht naar het Hoger Zelf steeds weer neer te komen op een paar basiszaken. Zoals zelfonderzoek. Willen weten wie ik in grote trekken ben, wat mijn drijfveren en valkuilen zijn, in mijn leven en karakter. Door die serieus te onderzoeken, knal ik er vaak genoeg tegenop om ze te leren kennen! Willen weten wat me werkelijk vervulling geeft, wat ik echt zoek, áchter die dagelijkse behoeften en impulsen. Mijn ego mag dan nieuwe schoenen of meer salaris van levensbelang noemen, achteraf blijken ze toch minder belangrijk dan ik dacht. Inmiddels heeft het ego alweer een serie nieuwe eisen.
‘Hier en nu leven’ is ook zo’n basis. Toelaten wat er nú is, leuk of vervelend. Dat is pure meditatie. Ik kan het op elk moment toepassen, door simpelweg de volle aandacht te houden bij wat ik nú aan het doen ben. Echt proeven als ik zit te eten, echt bezig zijn met stofzuigen, werkelijk luisteren. Letterlijk binnen tien seconden blijkt mijn ego het weer te hebben over genomen. Net als bij ‘echt’ mediteren. Moeilijk ja, maar het hoort bij het spel. Een kwestie van opnieuw even de aandacht richten.
De ware kunst van het leven, de snelste weg naar werkelijk gelukkig zijn, bestaat uit meestromen met wat zich nu aandient. Niet passief, maar bewust. Zonder weerstand. Het ware ja tegen het leven.
Jeanette Peters is columnschrijfster voor de nieuwsbrief van jezielsplan.nl. Dit artikel is ontleend aan haar boek “Wie bezielt mij. Het alledaagse bespiegeld”